Deelnemingsvrijstelling Vennootschapsbelasting

Op deze pagina leggen wij de werking van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting (VPB) uit. Dochtermaatschappijen keren hun winsten als dividend uit aan de moedermaatschappij. De deelnemingsvrijstelling regelt dat deze winst bij de moedermaatschappij niet nog een keer wordt belast, maar wordt vrijgesteld. Op deze manier wordt voorkomen dat dezelfde winst binnen één concern twee keer wordt belast. De vrijstelling geldt alleen voor moedermaatschappijen die 5% of meer van de aandelen in een vennootschap bezitten.




Pijler van de vennootschapsbelasting

De deelnemingsvrijstelling is één van de pijlers (de belangrijkste faciliteiten) van de vennootschapsbelasting. De vennootschap die dividend ontvangt, hoeft deze winst niet tot de belastbare winst te rekenen. Dit geldt ook voor de vermogensresultaten (zoals het verkoopresultaat) die zijn behaald met een deelneming. Binnen het concern wordt dus maar één keer VPB geheven over de winst.

De regeling geldt voor deelnemingen in binnenlandse en buitenlandse vennootschappen. Daarmee is de deelnemingsvrijstelling bepalend voor het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat. Omdat de winst niet opnieuw wordt belast, kunnen in het buitenland gevestigde dochtervennootschappen op basis van een gelijkwaardige fiscale positie concurreren met lokale bedrijven.

Deelneming van 5%

De deelnemingsvrijstelling geldt alleen voor aandeelhouders die een belang van 5% of meer in een vennootschap bezitten. Heeft de aandeelhouder dit belang al meer dan een jaar, dan geldt de vrijstelling nog drie jaar vanaf het moment dat het belang onder de 5% komt.

Aandeelhouders moeten daarnaast aan een aantal andere voorwaarden voldoen. Deze staan in de Wet op de vennootschapsbelasting.

Kenmerken van de deelnemingsvrijstelling

De belangrijkste kenmerken van deze regeling zijn:

  • Alle uit hoofde van een deelneming genoten voordelen zijn vrijgesteld. Met de term ‘voordelen’ wordt winsten en verliezen bedoeld.
  • Onder ‘vrijgestelde voordelen’ valt ook de (koers)winst die bij de verkoop van een deelneming wordt gerealiseerd. Aan de andere kant zijn verkoopverliezen niet aftrekbaar.
  • Een afwaardering van de deelneming door de moedermaatschappij is niet aftrekbaar als de deelneming door geleden verliezen in waarde daalt.
  • De kosten die verband houden met een deelneming (zoals rentekosten) kunnen worden afgetrokken. Aan- en verkoopkosten zijn niet aftrekbaar.
  • Verliezen als gevolg van de liquidatie van een deelneming kunnen onder bepaalde voorwaarden wel worden afgetrokken.

Regels voor beleggingsdeelneming aangepast

De deelnemingsvrijstelling geldt niet voor deelnemingen die als beleggingen worden gehouden (beleggingsdeelneming). Of een deelneming als belegging wordt gehouden, hangt af van het oogmerk van de belastingplichtige. Er is sprake van beleggen als het oogmerk is om een rendement te verkrijgen dat bij normaal vermogensbeheer kan worden verwacht.

Als er sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming, geldt de deelnemingsvrijstelling wel.

Beperking aftrek deelnemingsrente

Er wordt een renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting ingevoerd. Deze beperking is van toepassing op rente die verband houdt met een deelneming in een dochtermaatschappij. De renteaftrekbeperking geldt alleen in situaties waarin sprake is van een excessieve aftrek van deelnemingsrente. Er kan alleen sprake zijn van excessieve renteaftrek als de waarde van de deelnemingen groter is dan het eigen vermogen.

Voorgesteld wordt deelnemingen die een uitbreidingsinvestering vormen uit te zonderen bij het bepalen van de deelnemingsschuld. Deze uitzondering geldt echter niet in onder meer de volgende onwenselijke situaties:

  • als sprake is van een hybride lening aan het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden;
  • als de rente ter zake van de financiering van een dergelijke uitbreiding ook elders in het concern in aftrek wordt gebracht (double dip) of
  • als de financiering van het lichaam waarin de deelneming wordt gehouden, is aangegaan vanwege de belastingbesparing. Hierbij is qua vormgeving aangesloten bij de zogeheten Top-teamvariant die het beste recht doet aan het advies van het Topteam Hoofdkantoren.