De belastingdienst mag een gemachtigde van een belastingplichtige weigeren. In art. 2:2 lid 1 Awb staat namelijk dat een bestuursorgaan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan kan weigeren. De belastingdienst maakt van die bevoegdheid dus slechts in uitzonderingsgevallen gebruik. Bijvoorbeeld als sprake is van evidente en ernstige ondeskundigheid. Of bij gemachtigden die herhaaldelijk de normale gang van zaken verstoren, eventueel door met geweld te dreigen of tegen wie vermoedens bestaan van het begaan van strafbare feiten.
Advocaten mogen niet geweigerd worden als gemachtigde volgens het derde lid van art. 2:2 Awb.
Wie mag een gemachtigde weigeren
De bevoegdheid om een gemachtigde te weigeren wordt uitsluitend uitgeoefend door de directeuren en hun plaatsvervangers bij de Belastingdienst.
Bezwaar tegen beschikking weigeren gemachtigde
De belastingplichtige en de gemachtigde worden van de weigering door de belastingdienst onverwijld schriftelijk in kennis gesteld op grond van het tweede lid van art. 2:2 Awb.
Tegen de beschikking tot weigering is bezwaar mogelijk bij een landelijk directeur van de belastingdienst, waarna beroep mogelijk is bij de Rechtbank, sector bestuursrecht.
Bron: Besluit Fiscaal Bestuursrecht (BFB)