BTW en isolatiematerialen

De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over BTW en isolatiematerialen, meer specifiek de vraag of
er alsnog een overgangsregeling getroffen kan worden voor de tariefwijziging bij isolatiewerkzaamheden per 1 januari 2014.

Aantal bedrijven niet geslaagd in doorberekenen btw aan klanten

De staatssecretaris heeft overleg gevoerd met de betrokken sector die kort samengevat het volgende heeft aangegeven:

  • Bij uitgebrachte offertes in 2013 die zijn uitgevoerd in 2014 is in veelgevallen de tariefverhoging door het bedrijf als verlies ‘genomen’ om de relatie met de klant goed te houden. Het bedrag is dan dus niet verhaald op de klanten. Dit is gebeurd omdat de klanten anders de opdracht zouden hebben geannuleerd. De klanten waren daartoe juridisch gerechtigd. Bij nieuwe offertes in 2014 is wel rekening gehouden met de hogere BTW voor materialen. Het verschil van 15% geldt over maximaal 50% van de rekening omdat onder de oude regeling het isolatiemateriaal reeds belast was tegen 21% in de gevallen waarin het materiaal meer dan 50% van de totale dienst vertegenwoordigde
  • Het gemiddelde bedrag aan schade doordat de BTW voor eigen rekening is genomen, kan voor het eerste aangiftetijdvak in 2014 worden geschat op € 3.000 per bedrijf. Het gaat hierbij om offertes die voor 1 januari 2014 door de isolatiebedrijven zijn geaccepteerd waarin nog is uitgegaan van 6% in plaats van 21% BTW op de isolatiematerialen.
  • Een niet nader gespecificeerd aantal bedrijven is wel geslaagd de tariefverhoging aan de klanten door te berekenen bij offertes uit 2013.
  • Verschillende bedrijven die de extra BTW niet hebben kunnen verhalen op hun klanten, willen een bezwaarschrift indienen tegen de betaling van het algemene BTW-tarief over de isolatiematerialen.

 

Geen overgangsregeling

Hoewel uit de verstrekte informatie blijkt dat een aantal isolatiebedrijven er niet in is geslaagd de BTW-verhoging correct door te berekenen aan de klanten, vormt dit naar mening van de staatssecretaris geen valide reden om achteraf alsnog een overgangsregeling te treffen. Hij ziet, na afweging van alle aspecten, onvoldoende aanleiding terug te komen op de ingezette lijn. Deze tegenvaller voor de betrokken isolatiebedrijven wordt toegelicht.

Btw tarief isolatiemateriaal 2014

De aanpassing van het BTW-tarief voor isolatiematerialen gebruikt bij het isoleren van woningen is respectievelijk door de Tweede Kamer aanvaard op 19 september 2013 en door de Eerste Kamer aanvaard op 15 oktober 2013. Het per 1 januari 2014 geldende BTW-tarief voor isolatiewerkzaamheden inclusief de daarbij gebruikte materialen vloeit dus rechtstreeks voort uit een gepubliceerde en voor iedereen kenbare wet.

Er is geen algemeen beginsel van behoorlijk bestuur van toepassing dat rechtvaardigt dat bedrijven de hogere BTW niet hoeven te voldoen. Het maakt daarbij niet uit of klanten die BTW niet willen betalen of dat isolatiebedrijven de opdrachten tegen het offertebedrag hebben uitgevoerd.

Op de website www.rijksoverheid.nl stond tot 23 december 2013 nog het bericht dat tot eind 2014 het isoleren van een woning belast zou zijn met 6% BTW. Deze foutieve publieksinformatie wekt geen in rechte te beschermen vertrouwen waaraan de inspecteur is gebonden bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Als alsnog een overgangsregeling wordt getroffen, zou in wezen worden erkend dat de foute publieksinformatie prevaleert boven de duidelijke wetgeving. De precedentwerking van een dergelijke erkenning is niet te overzien.

In dit verband wijst de staatssecretaris erop dat de BTW een aangiftebelasting is waarbij er op belastingplichtigen en hun brancheorganisaties een grote verantwoordelijkheid rust om juist aangifte te doen. De BTW-plicht hangt hierbij niet af van het feit of de BTW is doorberekend in de prijs aan de particuliere consument.

Bij het oordeel over een eventuele overgangsregeling speelt tenslotte een rol dat bedrijven die de BTW wel hebben weten door te berekenen vanwege een overgangsregeling, recht zouden moeten krijgen op een compensatieregeling. De uitvoeringskosten van zo’n regeling vormen een contra-indicatie voor het treffen van een dergelijke regeling. Daarbij komt dat er fiscaal ook geen mogelijkheden bestaan om af te dwingen dat het tariefvoordeel dan wordt doorgegeven aan de klant.

Bron: DGB/2014/3652 

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op