Kantineregeling

Kantineregeling

Organisaties die werkzaam zijn op het gebied van sport of recreatie dan wel op sociaal of cultureel gebied exploiteren als aanvulling op hun primaire activiteiten vaak een kantine.

Kantineactiviteiten buiten de BTW-heffing

Uit praktische overwegingen heeft de staatssecretaris goedgekeurd dat onder voorwaarden deze organisaties ook voor hun kantineactiviteiten buiten de heffing van BTW blijven. De regeling houdt in dat de normale kantineactiviteiten van BTW zijn vrijgesteld als de kantineontvangsten beneden een bepaald bedrag blijven en aan de overige voorwaarden is voldaan.

De kantineregeling staat los van de regeling voor fondswervende activiteiten. Dat betekent dat de kantineontvangsten buiten beschouwing blijven bij de beoordeling of sprake is van overschrijding van de in dat onderdeel genoemde grensbedragen. De invulling van deze grensbedragen kan dan worden gebruikt voor andere fondswervende activiteiten. Overschrijden de kantineontvangsten het grensbedrag, dan kan in bepaalde gevallen de BTW naar een forfaitair percentage worden voldaan.

Voldoet een organisatie niet aan de hierna gestelde voorwaarden dan kunnen de kantineactiviteiten uiteraard nog zijn vrijgesteld. De kantineregeling en de vrijstellingsbepaling kunnen echter niet tegelijkertijd worden toegepast op de kantineactiviteiten.

Goedkeuring kantineregeling

Op grond van artikel 63 AWR keurt de staatssecretaris goed dat de navolgende organisaties, voor zover hun primaire activiteiten niet zijn belast, ook voor hun kantineactiviteiten buiten de heffing van BTW blijven:
– sportverenigingen;
– muziekverenigingen;
– speeltuinverenigingen;
– instellingen voor jeugdwerk;
– bejaardensociëteiten;
– hobbyclubs;
– buurtverenigingen;
– dorpshuizen en wijkcentra;
– scholen voor basisonderwijs, lager en middelbaar beroepsonderwijs en algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.

Voorwaarden

Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
a. In de kantine mogen uitsluitend activiteiten plaatsvinden die als normale nevenactiviteit van de organisatie zijn aan te merken. De kantineregeling mist dan ook toepassing ten aanzien van alle kantineactiviteiten in de gevallen waarin de kantine mede wordt gebruikt voor niet-normale nevenactiviteiten. Tot de niet-normale nevenactiviteiten worden gerekend het openstellen of het ter beschikking stellen van de kantine voor activiteiten die geen direct verband houden met de eigenlijke activiteiten van de organisatie. In het bijzonder zijn daaronder te begrijpen de in de persoonlijke sfeer van derden c.q. individuele leden gelegen evenementen, zoals bruiloften, feesten en jubilea.
Voor sportverenigingen kunnen tot de normale nevenactiviteiten ook worden gerekend de activiteiten die in rechtstreeks verband staan (ook qua tijdsduur) met sportieve activiteiten van derden. Hierbij gelden de volgende beperkingen:
– de sportieve activiteiten van derden komen overeen met de sport die wordt beoefend door de vereniging c.q. de sportaccommodatie is voor die sportieve activiteiten ingericht;
– de openstelling vloeit rechtstreeks voort uit de tussen de vereniging en de eigenaar/verhuurder van de accommodatie aangegane verplichtingen.
– de openstelling vindt plaats op ten hoogste 12 dagen per kalenderjaar.
b. De kantineontvangsten, met inbegrip van de ontvangsten die verband houden met de sportieve activiteiten van derden, mogen niet meer bedragen dan € 68.067 per jaar. De kantineontvangsten worden gevormd door alle opbrengsten voor leveringen en diensten die worden gerealiseerd in direct verband met de kantine-exploitatie. Dit betekent dat niet alleen de opbrengst voor verstrekte spijzen en dranken maar ook de opbrengst van de verkoop van tabaksproducten en de opbrengst uit de exploitatie van speelautomaten en dergelijke tot de kantineontvangsten behoren.
c. Eventuele exploitatieoverschotten van de kantine moeten worden aangewend voor de primaire activiteiten van de organisatie.
d. Met betrekking tot kantineontvangsten die op grond van de kantineregeling buiten de heffing van BTW blijven, kan geen aanspraak worden gemaakt op aftrek van voorbelasting. In samenhang daarmee zijn de artikelen 11 tot en met 14 van de uitvoeringsbeschikking van overeenkomstige toepassing. Zo is dit laatste van belang als de kantineontvangsten voor het eerst in de heffing worden betrokken (bijvoorbeeld omdat het grensbedrag wordt overschreden). Ook in het omgekeerde geval (de kantineontvangsten dalen tot onder het grensbedrag) spelen deze bepalingen een rol.

Voor de toepassing van de kantineregeling wordt onder “kantine” verstaan de vaste plaats waar of van waaruit de desbetreffende organisatie de kantineactiviteiten als normale nevenactiviteit verricht.

Het komt voor dat de organisatie haar normale nevenactiviteiten incidenteel elders verricht (bijvoorbeeld in een gehuurde zaal). De daarmee verkregen ontvangsten voor de verstrekking van spijzen en dranken, worden voor de toepassing van het grensbedrag samengenomen met de kantineontvangsten vanuit de eigen kantine.

Wanneer een organisatie op verschillende plaatsen een accommodatie met een kantine heeft kan het grensbedrag per accommodatie worden toegepast (bijvoorbeeld een stichting die in verschillende delen van een stad wijkcentra beheert).

Overschrijding van het grensbedrag

Wanneer de kantineontvangsten van een organisatie in enig jaar het grensbedrag overschrijden moeten de ontvangsten in de heffing van BTW worden betrokken.

Op grond van “redelijke wetstoepassing” en voor zover nodig op grond van artikel 63 AWR, keurt de staatssecretaris goed dat in gevallen waarin de kantineontvangsten van een organisatie in enig jaar het grensbedrag overschrijden, de kantineopbrengsten pas met ingang van het daarop volgende boekjaar (verenigingsjaar) in de heffing van BTW worden betrokken.
Hij verbindt hieraan de voorwaarde dat de overschrijding redelijkerwijs niet was te voorzien.

Toepassing van de wettelijke bepalingen

Als een organisatie voor haar kantineactiviteiten in de heffing van BTW wil worden betrokken staat het de organisatie vrij de wettelijke bepalingen toe te passen. Als een organisatie ervoor kiest de kantineregeling niet toe te passen betekent dit niet zonder meer dat voor de kantineontvangsten steeds BTW is verschuldigd. Kantineontvangsten zijn in de regel aan te merken als fondswervende activiteiten in de zin van de vrijstellingsbepaling en is pas BTW verschuldigd als de opbrengsten de daarin genoemde grensbedragen voor leveringen en/of diensten overschrijden.

Wanneer een organisatie ervoor kiest de kantineregeling niet toe te passen, brengt doel en strekking van de kantineregeling met zich mee dat op deze regeling naderhand geen beroep meer kan worden gedaan.

Forfaitair percentage kantine sportverenigingen

Het komt voor dat sportverenigingen waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld, voor de exploitatie van de kantine als normale nevenactiviteit in de heffing van BTW worden betrokken (bijvoorbeeld omdat het grensbedrag van de kantineregeling wordt overschreden).

Op grond van praktische overwegingen en voor zover nodig op grond van artikel 63 AWR, keurt de staatssecretaris goed dat sportverenigingen waarvan de primaire activiteiten zijn vrijgesteld, over hun kantineontvangsten BTW voldoen naar een forfaitair percentage. Dit percentage bedraagt met ingang van 1 januari 2001: 11. Hij verbindt hieraan de voorwaarde dat de kantine wordt geëxploiteerd als een normale nevenactiviteit. Deze goedkeuring heeft tot gevolg dat de totale kantineontvangsten dan de grondslag vormen van de heffing (11/100). Dat wil zeggen niet alleen de opbrengst voor het verstrekken van spijzen en dranken, maar ook de opbrengst van de verkoop van tabaksproducten, de opbrengst uit de exploitatie van speelautomaten en dergelijke.

Bron: Besluit van 20 december 2011, nr. BLKB 2011-2549M

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op

Geef een reactie