Overdracht van een landbouwbedrijf

Overdracht van een landbouwbedrijf

In gevallen waarin een landbouwer zijn landbouwbedrijf of een zelfstandig deel daarvan overdraagt aan iemand die dat bedrijf of dat deel op gelijksoortige wijze exploiteert, is terzake van de leveringen van goederen en diensten die de overdracht vormen op grond van artikel 37d Wet OB geen BTW verschuldigd. Er is geen sprake van een vrijstelling! Maar, zoals blijkt uit artikel 8 Uitv.besch. OB, degene die het overgenomen bedrijf voortzet, wordt voor de berekening van de door hem verschuldigde BTW wat het landbouwbedrijf of het overgedragen gedeelte betreft, geacht in de plaats te treden van degene die het bedrijf heeft overgedragen.
Het voor het landbouwbedrijf geldende BTW-regime

Het bij de overdracht van een landbouwbedrijf van toepassing zijn van artikel 37d Wet OB betekent onder meer dat het door de overdragende landbouwer toegepaste BTW-regime – landbouwregeling of normale regeling – door de overnemende landbouwer in beginsel moet worden voortgezet voor zover het dit bedrijf betreft. Dit houdt in, dat de overnemende landbouwer met betrekking tot evenbedoeld bedrijf op grond van artikel 27.6 Wet OB in beginsel pas van BTW-regime kan wijzigen indien 5 jaren zijn verstreken sedert het tijdstip waarop de overdragende landbouwer op zijn verzoek op de normale wijze in de heffing is betrokken c.q. weer gebruik is gaan maken van de landbouwregeling.

Voorbeeld:

Landbouwer A die sedert 1 september 2001 op de normale wijze in de heffing is betrokken, draagt op 1 januari 2005 zijn bedrijf over aan B. Deze laatste zet het bedrijf voort, hetgeen voor hem tevens betekent dat hij voor het eerst als ondernemer in het maatschappelijk verkeer optreedt. Landbouwer B wordt, in verband met het in artikel 8 Uitv.besch. OB bepaalde, op de normale wijze in de heffing betrokken. Pas met ingang van 1 september 2006 – 5 jaar nadat landbouwer A op zijn verzoek op de normale wijze in de heffing werd betrokken – kan landbouwer B desgewenst weer gebruik gaan maken van de landbouwregeling. Indien landbouwer A reeds met ingang van 1 september 1999 op de normale wijze in de heffing zou zijn betrokken, had landbouwer B al op 1 januari 2005 – de datum waarop het bedrijf door hem werd overgenomen – van de landbouwregeling gebruik kunnen gaan maken.

Voortzetting door startende landbouwer

Uit het hiervoor gestelde volgt dat bij overdracht van een landbouwbedrijf door een landbouwer die minder dan 5 jaren vóór het tijdstip van die overdracht de toepassing van de normale regeling heeft beëindigd, de overnemende landbouwer, die voor het eerst als zodanig gaat optreden, niet onmiddellijk na de overdracht gerechtigd is opnieuw voor toepassing van de normale regeling te opteren. Gelet evenwel op het feit dat de overname van een landbouwbedrijf voor de overnemende landbouwer aanleiding kan geven tot het doen van niet onaanzienlijke investeringen in dat bedrijf, ontmoet het naar mening van de staatssecretaris van Financien geen bezwaar dat de overnemende landbouwer wordt toegestaan om – uiterlijk zes maanden na de datum van de overname – een hernieuwd verzoek om toepassing van de normale regeling te doen. Een dergelijk verzoek kan worden ingewilligd zo nodig met terugwerkende kracht tot de datum van overname van het landbouwbedrijf.

Voortzetting door reeds actieve landbouwer

In een aantal gevallen zal de overname van een landbouwbedrijf geschieden door een landbouwer die zelf reeds een landbouwbedrijf exploiteert. Ook in dit geval zal de overnemende landbouwer het door de overdragende landbouwer toegepaste belastingregime – landbouwregeling of normale regeling – in beginsel moeten voortzetten voor zover dit het overgenomen landbouwbedrijf betreft, zulks ongeacht het voor het reeds bij de overnemende landbouwer in exploitatie zijnde bedrijf geldende belastingregime. In dit verband kunnen zich de volgende situaties voordoen:

a. ten aanzien van zowel het overgenomen landbouwbedrijf als het reeds uitgeoefende bedrijf is de landbouwregeling van toepassing.

Indien voor beide bedrijven sedert de eventuele periode van toepassing van de normale regeling op het tijdstip van de bedrijfsovername reeds meer dan 5 jaren zijn verstreken, kan op dat moment opnieuw worden gekozen voor toepassing van de normale regeling. Wellicht ten overvloede zij opgemerkt, dat een dergelijk verzoek uitsluitend betrekking kan hebben op het gehele bedrijf van de overnemende landbouwer, derhalve op het overgenomen bedrijf én het reeds uitgeoefende bedrijf, aangezien het bepaalde in artikel 8 Uitv.besch. OB niet met zich brengt dat een latere keuze voor een wijziging van BTW-regime door de overnemende landbouwer zich zou kunnen beperken tot één van beide oorspronkelijke landbouwbedrijven. Nu de overname van een landbouwbedrijf in gevallen als de onderhavige aanleiding kan geven tot het doen van niet onaanzienlijke investeringen, bestaat er overigens geen bezwaar tegen, dat de overnemende landbouwer met betrekking tot zijn totale bedrijf op de normale wijze in de heffing wordt betrokken, ook indien voor het reeds bij die landbouwer in exploitatie zijnde bedrijf en/of het overgenomen bedrijf de daartoe vereiste termijn van 5 jaren nog niet is verstreken;

b. ten aanzien van het overgenomen bedrijf geldt een ander BTW-regime dan ten aanzien van het reeds uitgeoefende bedrijf.

Zoals gezegd, dient de overnemende landbouwer ten aanzien van het overgenomen bedrijf het daarvoor geldende regime te blijven toepassen. Dit houdt in gevallen als de onderhavige in, dat de landbouwer aan de hand van zijn administratie zal moeten doen blijken welke prestaties onder de landbouwregeling vallen en welke niet. Toepassing van twee verschillende BTW-regimes door één ondernemer zal, zeker wanneer beide bedrijven als één geheel worden geëxploiteerd, uiteraard op ernstige bezwaren van onder meer administratieve aard stuiten. Er bestaat om die reden dan ook geen bezwaar tegen dat, voor zover nodig, de overnemende landbouwer met betrekking tot alle door hem in zijn hoedanigheid van landbouwer te verrichten prestaties kiest voor toepassing van de landbouwregeling c.q. de normale regeling, ook indien voor het reeds bij die landbouwer in exploitatie zijnde bedrijf en/of het overgenomen bedrijf de in artikel 27.6 Wet OB genoemde termijn van 5 jaren nog niet is verstreken;

c. Met betrekking tot zowel het overgenomen landbouwbedrijf als het reeds bij de overnemende landbouwer in exploitatie zijnde bedrijf is de normale regeling van toepassing.

Indien voor beide bedrijven op het moment van de overname de normale regeling reeds meer dan 5 jaren van toepassing is, kan op dat moment opnieuw worden gekozen voor toepassing van de landbouwregeling. Zoals onder a hiervoor is aangegeven, heeft die keuze alsdan betrekking op het gehele bedrijf van de overnemende landbouwer. In andere gevallen kan een keuze voor het toepassen van de landbouwregeling niet eerder worden gehonoreerd dan op het tijdstip waarop voor beide bedrijven meerbedoelde termijn van 5 jaren is verstreken.

Verzoek binnen 6 maanden

Het verzoek om op grond van het hiervoor onder a en b gestelde eerder van BTW-regime te wijzigen dan artikel 27.6 Wet OB toestaat, moet zijn gedaan binnen 6 maanden na de overname van het landbouwbedrijf.

Terugwerkende kracht

Een dergelijk verzoek kan, indien wordt gekozen voor toepassing van de normale regeling, worden ingewilligd zo nodig met terugwerkende kracht tot de datum van overname van het bedrijf. Geeft de overnemende landbouwer te kennen dat hij op grond van het hiervoor onder b gestelde met betrekking tot zijn totale landbouwbedrijf – het overgenomen en het reeds door hem geëxploiteerde bedrijf – de landbouwregeling wenst toe te passen, dan geldt die regeling ten aanzien van die landbouwer in alle gevallen vanaf de datum van de bedrijfsovername.

Herrekening c.q. herziening van voorbelasting

De toepasselijkheid van artikel 8 Uitv.besch. OB houdt voorts in, dat de BTW die betrekking heeft op bedrijfsmiddelen die als onderdeel van de bedrijfsoverdracht in eigendom zijn overgedragen aan de overnemende landbouwer, in voorkomende gevallen voor een (gedeeltelijke) herrekening c.q. herziening in aanmerking komt bij de landbouwer die het landbouwbedrijf voortzet.

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op

Geef een reactie