Belasting spaargeld

In dit artikel leggen we uit welke belasting er over spaargeld wordt geheven. De belasting spaargeld wordt ook wel de vermogensrendementsheffing genoemd. Deze heffing maakt deel uit van de inkomstenbelasting en is opgenomen in Box 3: sparen en beleggen.

Spaargeld en belasting

Omdat wij ons kunnen voorstellen dat de termen vermogensrendementsheffing en Box 3: sparen en beleggen niet bij iedereen bekend zijn leggen wij eerst even kort uit hoe de inkomstenbelasting werkt.

Met behulp van de inkomstenbelasting wordt belasting geheven van alle mensen die in Nederland wonen. De inkomstenbelasting wordt geheven over 3 verschillende groepen inkomen die de boxen worden genoemd:

  1. Werk en woning
  2. Aanmerkelijk belang
  3. Sparen en beleggen

In Box 1: werk en woning vallen onder andere het loon, de eigen woning en pensioen. Box 2: aanmerkelijk belang gaat over inkomsten uit belangen van meer dan 5% in BV’s.

Dit artikel gaat over de belasting spaargeld, dus in het vervolg wordt alleen Box 3: sparen en beleggen verder behandeld.

Belasting op spaargeld

Hoe wordt er nou precies belasting op spaargeld geheven? In deze paragraaf leggen wij de werking van de vermogensrendementsheffing uit.

De vermogensrendementsheffing in box 3 is een eenvoudige belastingheffing, waarbij twee stappen moeten worden gezet:

  1. Eerst moet de rendementsgrondslag worden berekend
  2. Vervolgens wordt het voordeel uit sparen en beleggen berekend

De rendementsgrondslag berekenen

De rendementsgrondslag is de waarde van uw bezittingen minus de waarde van uw schulden. Bezittingen zijn onroerende zaken (of rechten hierop), roerende zaken (of rechten hierop), rechten die niet op zaken betrekking hebben (zoals spaargeld) en andere vermogensrechten. De eigen woning valt niet in box 3, maar in box 1. De schulden mag u hier vanaf trekken. Het saldo is de rendementsgrondslag.

Voordeel uit sparen en beleggen

Dit is het makkelijkste gedeelte. In box 3 wordt uitgegaan van een fictief forfaitair rendement van 4% over de rendementsgrondslag. Het maakt dus niet uit wat het werkelijke rendement is op uw spaargeld of uw aandelen of hoeveel huur u ontvangt op uw vakantiehuisje. Er wordt altijd uitgegaan van een rendement van 4%.

Over dit fictieve rendement wordt vervolgens 30% inkomstenbelasting geheven. U kunt dit nog makkelijker en sneller uitrekenen:

4% x 30% = 1,2%

In plaats van eerst het rendement uit te rekenen en vervolgens de belasting, kunt u dus ook 1,2% belasting berekenen over de rendementsgrondslag.

Voorbeeld

Niks is zo handig als een voorbeeld om belastingregelingen te verduidelijken. Dat doen we hier dus ook.

Jan heeft € 50.000 aan aandelen en € 100.000 spaargeld. Hij heeft geen schulden.

Eerste berekenen we de rendementsgrondslag:

€ 50.000 + € 100.000 – € 0 = € 150.000

De hierover verschuldigde inkomstenbelasting berekenen we als volgt:

1,2% x € 150.000 = € 1.800

Belasting spaargeld vrijstelling

Ook over spaargeld betaalt u dus inkomstenbelasting. Hierboven hebben wij de regels versimpeld weergegeven, want in het echt geldt er een drempel voor box tot welk bedrag u geen inkomstenbelasting heeft te betalen.

Dit wordt het heffingsvrije vermogen genoemd. In 2012 bedraagt dit € 21.139. Dus als u niet meer dan dat bedrag op de bank heeft staan, hoeft u geen belasting te betalen in box 3.

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op

Geef een reactie