Geen onrechtmatige daad oude en nieuwe aandeelhouder

 

Nadat de aandelen van de franchisegever zijn overgedragen kan franchisegever niet meer aan haar leadverplichting voldoen (dit is wp). Geen onrechtmatige daad oude en nieuwe aandeelhoudster (Vleesmeesters/Alog) en geen bestuurdersaansprakelijkheid.

 

rechtspraak

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
18-03-2015
Datum publicatie
07-05-2015
Zaaknummer
C-16-321502 – HA ZA 12-553
Rechtsgebieden
Ondernemingsrecht
Bijzondere kenmerken
Eerste aanleg – meervoudig
Inhoudsindicatie

Nadat de aandelen van de franchisegever zijn overgedragen kan franchisegever niet meer aan haar leadverplichting voldoen (dit is wp). Geen onrechtmatige daad oude en nieuwe aandeelhoudster (Vleesmeesters/Alog) en geen bestuurdersaansprakelijkheid.

Vindplaatsen
Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling civiel recht

Handelskamer

Locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/321502 / HA ZA 12-553

Vonnis van 18 maart 2015

in de zaak van

1[eiser sub 1],

wonende te [woonplaats],

2. [eiser sub 2],

wonende te [woonplaats],

3. [eiser sub 3],

wonende te [woonplaats],

eisers,

advocaat mr. C.M. Kan,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FINANCIEEL VERDER B.V.,

gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,

gedaagde,

advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

OPTIMA HOLDING B.V.,

gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,

gedaagde,

advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten,

3. de naamloze vennootschap

AEGON NEDERLAND N.V.,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. B.W.G. van der Velden,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

AEGON BANK BEMIDDELING B.V.,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

gedaagde,

advocaat mr. B.W.G. van der Velden.

Eisers zullen hierna gezamenlijk [eisers c.s.] en individueel [eiser sub 1], [eiser sub 2] en [eiser sub 3] worden genoemd. Financieel Verder B.V. zal hierna Financieel Verder worden genoemd. Optima Holding heeft haar naam gewijzigd in Zasi Holding B.V., doch zal in deze procedure worden aangeduid als Optima Holding. Aegon Nederland N.V. zal hierna Aegon Nederland worden genoemd. De naam van Aegon Bank Bemiddeling B.V. is gewijzigd in Aegon Bemiddeling B.V. Zij zal in deze procedure worden aangeduid als Aegon Bank Bemiddeling.

1De procedure

1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie ten aanzien van [A] van Financieel Verder en Optima Holding
  • de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling waarbij zij vorderen Financieel Verder en Optima Holding in vrijwaring te mogen oproepen
  • de incidentele conclusie van antwoord van [eisers c.s.]
  • het vonnis in het incident van 18 juli 2012 waarbij de oproeping in vrijwaring is toegestaan
  • de conclusie van antwoord van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
  • conclusie van repliek tevens verandering van eis van [eisers c.s.]
  • de conclusie van dupliek tevens houdende antwoordakte en producties van Financieel Verder en Optima Holding
  • de conclusie van dupliek houdende producties van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling
  • de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken, zoals vermeld in het proces-verbaal van deze zitting van 14 november 2014
  • de fax d.d. 17 december 2014 van mr. Kan voornoemd
  • de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Donckers-Corten voornoemd
  • de fax d.d. 22 december 2014 van mr. Wösten voornoemd.
1.2.Aanvankelijk maakte van dit geding tevens deel uit het conventionele geschil tussen [A] als eiser en de voormelde vier gedaagden, alsmede het reconventionele geschil tussen Financieel Verder als eiser en [A] als gedaagde. Voor zover het geding op die conventionele en reconventionele geschillen zag, is het geding ter zitting van 14 november 2014 geroyeerd, naar de desbetreffende raadslieden op die zitting hebben verklaard. Ten slotte is vonnis bepaald.

2De feiten

2.1.In 1993 is de besloten vennootschap “De Spaarbelegger” opgericht, welke naam in 2007 is gewijzigd in Financieel Verder. Deze vennootschap houdt zich bezig met een franchiseformule waarbij zij het als franchisegever aan haar franchisenemers mogelijk maakt onder die formule in financiële producten te handelen. Aegon Nederland was tot 1 april 2011 enig aandeelhouder van Financieel Verder en Aegon Bank Bemiddeling was haar bestuurder. Vanaf 1 april 2011 is Optima Holding haar enige aandeelhouder en haar bestuurder. Naast Spaarbelegproducten van het Aegonconcern zijn sinds 2007 meerdere andere Aegonproducten aan het assortiment van de genoemde franchiseformule toegevoegd.

2.2.[eisers c.s.] (en ongeveer 23 anderen) hebben met Financieel Verder een franchiseovereenkomst gesloten waarbij zij franchisenemers zijn geworden ([eiser sub 1] voor de periode van 1 juli 2008 tot 1 juli 2013; [eiser sub 2] voor de periode van 1 juli 2009 tot 1 juli 2014 en [eiser sub 3] voor de periode van 1 mei 2009 tot 1 mei 2014).

2.3.

In voornoemde franchiseovereenkomsten is het volgende bepaald:

“Overwegende dat: (…)

2. Binnen de franchiseformule met name bemiddeld wordt in producten van Aegon. De Serviceverlening voor deze producten heeft AEGON ondergebracht bij AEGON Bank.

3. De franchisegever afspraken heeft vastgelegd over de centrale Klantbenadering in het Handboek. (..)

6. Franchisegever heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van de Franchiseformule waardoor zij bijzondere kennis heeft verkregen op onder meer het gebied marketing. De Franchiseformule is niet alleen dankzij marketing activiteiten bekend geworden bij het publiek, maar ook wegens de aard en de kwaliteit van de Producten. (..)

Definities (…)

Afspraak:

Is een lead in de vorm van een afspraak met een (potentiële) klant.(…)

Leads:

Gegevens dan wel contacten, namen en adressen van potentiële Klanten die nog niet behoren tot het Klantenbestand van Franchisegever en/of AEGON Bank en/of Productleveranciers en/of het Klantenbestand van Franchisenemer en gegevens of contacten, namen en adressen van Klanten waarvan het Klantrecht zich reeds bij Franchisegever en/of Aegon Bank en/of de Productleveranciers dan wel de Franchisenemer bevindt. (…)

Producten

De bij de ingangsdatum van de franchiseovereenkomst bij de Franchiseformule behorende Producten, zoals nader omschreven in bijlage I bij de Franchiseovereenkomst, en Producten die naderhand aan het productassortiment zijn toegevoegd.(…)

Productleveranciers:

De in bijlage I van de Franchiseovereenkomst genoemde – en aan Franchisegever gelieerde – leveranciers van de Producten, en de gedurende de looptijd van de Franchiseovereenkomst toegevoegde leveranciers van Producten.

9.2.Franchisenemer ontvangt van de Franchisegever Leads in de vorm van Afspraken.

9.3.Franchisenemer ontvangt van Franchisegever, zoals opgenomen in het Handboek, een aantal afspraken per week.

9.4.Daarnaast zorgt Franchisenemer voor een minimaal aantal zelf gegenereerde Afspraken per week, zoals opgenomen in het Handboek. (…)

11.1. (…)Franchisegever zal uitsluitend op basis van de door Franchisegever gekozen Producten de Franchiseformule exploiteren.

11.2.Een overzicht van de door franchisegever in het kader van de Franchiseformule gekozen producten maakt als bijlage I integraal onderdeel uit van de Franchiseovereenkomst. (…)

11.3.Franchisegever is te allen tijde gerechtigd om wijzigingen aan te brengen in de Producten, om nieuwe en/of alternatieve Producten aan Franchisenemer aan te bieden dan wel om bestaande Producten met onmiddellijke ingang te staken. (…)

15.1.Franchisenemer is aan Franchisegever verschuldigd: Een franchisefee ad EUR 15.000 per jaar (…). Deze vergoeding bestaat uit;

1. een vergoeding tegen kostprijs van € 125,- per maand (…), voor het gebruiksrecht met betrekking tot de in artikel 14.1 van de Franchiseovereenkomst omschreven computerapparatuur en/of software;

2. een vergoeding tegen kostprijs van € 13.500,- per jaar voor minimaal 8 aangeleverde afspraken per werkzame week. (…)

18.3

Franchisegever heeft, onverminderd de overige bepalingen van dit artikel 18, met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van ten minste zes maanden te allen tijde het recht de Franchiseovereenkomst te beëindigen, indien het aantal Franchisenemers dat gebruik maakt van de Franchiseformule minder is dan twintig.”

Op iedere pagina van de franchiseovereenkomst is vermeld “Financieel Verder De franchise organisatie van AEGON”.

Het in Bijlage I bij de franchiseovereenkomst vermelde Productassortiment omvat uitsluitend Aegonproducten.

Op grond van artikel 4.1. van de franchiseovereenkomst maakt het Handboek integraal onderdeel uit van de Franchiseovereenkomst. Het handboek, versie 2008-I, vermeldt in artikel 7.6.:

een aantal van 8 netto afspraken per werkzame week gegarandeerd. Daarnaast draagt de franchisenemer zelf zorg voor een minimaal aantal (4) afspraken per week (…). De kosten voor de 10 afspraken per werkzame week zijn verdisconteerd in de jaarlijkse franchisefee. (..) Mocht er in een bepaalde week niet de norm van 8 afspraken behaald worden, dan kan de franchisenemer aanspraak maken op een tegemoetkoming of een compensatie van afspraken in een latere periode. Er wordt per kwartaal gemeten. ”

De hiervoor genoemde tegemoetkoming bedraagt € 48,- per niet doorgegane afspraak.

Het Handboek, versie 11 maart 2010, vermeldt op bladzijde 21 een aantal van 5 afspraken per week en een tegemoetkoming groot € 45,- per niet doorgegane afspraak.

2.4.

Op 30 maart 2011 is tussen Aegon Nederland, Optima Holding en Financieel Verder een overeenkomst gesloten (hierna te noemen: de koopovereenkomst), waarbij alle geplaatste aandelen in het kapitaal van Financieel Verder zijn verkocht aan Optima Holding. Als bestuurder van Financieel Verder was Aegon Bank Bemiddeling bij deze overeenkomst ook betrokken. In deze koopovereenkomst is onder meer bepaald:

“(F) Tot het vermogen van de Vennootschap [FV] behoren mede de reeds bestaande verplichtingen van de Vennootschap jegens de franchisenemers, werknemers, klanten en aanbieders van verzekerings- en bancaire producten (…) (de Benoemde Verplichtingen).

(G) De verwachte kosten voor de Vennootschap voor naleving van de Benoemde Verplichtingen, hebben ertoe geleid dat Partijen – ondanks het aanwezige eigen vermogen van de Vennootschap – een buitengewoon lage kostprijs overeen komen en zelfs dat Verkoper zich verplicht deze lasten tot een max. van EUR 1,5 miljoen te dekken met het beding dat alle risico’s verbonden aan de onderneming en aan de Vennootschap voor rekening van Koper zullen zijn en dat de garanties ten aanzien van de Vennootschap zich in beginsel beperken tot de omvang van de productenportefeuille van de Vennootschap. Verkoper, Koper en de Vennootschap hebben de hoogte van de voor de naleving van de Benoemde Verplichtingen vastgesteld op € 1.500.000 en zij zijn overeengekomen dat dit bedrag door Verkoper aan de Vennootschap zal worden betaald tegen verlening door Koper en de Vennootschap van finale kwijting aan Verkoper terzake waarbij de Vennootschap en Koper zich verplichten dit bedrag aan te wenden voor de financiering van de naleving van de Benoemde Verplichtingen. (…)

4.1.Verkoper zal de Vennootschap, ten behoeve van de financiering van de Benoemde Verplichtingen, een vergoeding beschikbaar stellen aan de Notaris ad in totaal EUR 1.500.000 (..) – te verminderen ingevolge art 12.1 dan wel te vermeerderen ingevolge art 12.3 – , met de instructie om van dit bedrag maandelijks in 18 (..) gelijke termijnen een bedrag aan de Vennootschap op een door de Vennootschap aan te geven bankrekening uit te betalen met de daarop gegroeide rente, voor het eerst op Leveringsdatum. (…)

4.4.Koper en de Vennootschap verplichten zich geen dividenden aan de aandeelhouder van de Vennootschap te doen zolang als de Benoemde Verplichtingen niet zijn nageleefd. (…)

11.1.De Vennootschap zal – en Koper zal bewerkstelligen dat de Vennootschap zal – de verplichtingen van de Vennootschap jegens de franchisenemers ten volle naleven en hun rechten respecteren volgens bestendig gebruik, meer in het bijzonder:

(a) Zal de Vennootschap zich ten volle inspannen om haar verplichtingen terzake het geven van leads na te leven;

(b) Zal aan franchisenemers van de Vennootschap de reële keuze worden gegeven om:

(i) op basis van hun huidige franchisecontractsvoorwaarden franchisenemer te blijven bij de Vennootschap onder de formule van Financieel Verder; of

(ii) franchisenemer te worden onder de formule Huis & Hypotheek; of

(iii) franchisenemer te worden onder de formule Verzekeringsunie; of

(iv) tussentijds het franchisecontract met de Vennootschap te beëindigen in onderling overleg tussen franchisenemer en de Vennootschap (al dan niet met medeneming van de portefeuille). (…)

11.3.Koper is ermee bekend dat de rechten en plichten die de Vennootschap heeft onder de diensten die door Verkoper of een groepsmaatschappij daarvan, die aan haar geleverd zullen worden als dochtermaatschappij van Verkoper of een groepsmaatschappij daarvan, per Leveringsdatum zullen komen te vervallen. Koper zal ervoor zorgdragen dat, indien en voor zover gewenst, de Vennootschap zelfstandig vervangende overeenkomsten sluit voor deze diensten.”

2.5.Op 1 april 2011 zijn de aandelen in Financieel Verder geleverd aan Optima Holding, is Aegon Bank Bemiddeling afgetreden als bestuurder en is Optima Holding bestuurder van Financieel Verder geworden.

2.6.Vervolgens is door Optima Holding aan alle franchisenemers de keuze voorgelegd zoals weergegeven in artikel 11.1 sub b van de hierboven aangehaalde koopovereenkomst. Volgens [eisers c.s.] waren er toentertijd 24 á 26 franchisenemers. Volgens Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling waren er op 1 april 2011 21 franchisenemers. Daarvan hebben alleen [eisers c.s.] (en [A]) ervoor gekozen bij Financieel Verder te blijven, zodat er op 1 juli 2011 nog slechts 4 franchisenemers waren.

2.7.Vanaf 1 april 2011 ontvingen franchisenemers geen leads meer van Aegon. Voor het niet leveren van leads vanaf 1 april 2011 is aan [eisers c.s.] (en [A]) een vergoeding betaald van € 45,- per niet doorgegane lead. Aan [eiser sub 1] is over de maanden april en mei 2011 telkens € 675,- betaald en over de maanden juni tot en met oktober 2011 telkens € 900,- per maand. Aan [eiser sub 2] is per maand over de maanden april tot en met augustus 2011 telkens € 900,- betaald en aan [eiser sub 3] over de maanden april, mei en juni 2011 telkens € 900,- en in de maand juli 2011 € 670,-.

2.8.Na ingebrekestelling door de overgebleven franchisenemers zijn hun franchiseovereenkomsten buitengerechtelijk ontbonden, door [eiser sub 3] per 1 juli 2011 bij e-mail van 4 juli 2011, door [eiser sub 1] per 1 november 2011 bij e-mail van 4 november 2011 en door [eiser sub 2] per 9 september 2011 bij brief van 9 september 2011.

2.9.Bij brieven van 12 augustus 2011 en 9 september 2011 hebben [eisers c.s.] Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling aansprakelijk gesteld.

3Het geschil

3.1.

[eisers c.s.] vordert

I. veroordeling van Financieel Verder tot betaling:

aan [eiser sub 1] van € 289.913,30

aan [eiser sub 2] van € 272.861,52

aan [eiser sub 3] van € 276.981,68

vermeerderd met de wettelijke rente;

II. Financieel Verder te bevelen binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan [eisers c.s.] individueel te betalen:

a. de contractueel verschuldigde vergoeding voor de door [eisers c.s.] aan gedaagden overgedragen eigendom van het portefeuillerecht, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over die individuele vergoedingen met ingang van 22 november 2011 tot aan de dag der algehele voldoening; en

b. [eisers c.s.] gelijktijdig te voorzien van een deugdelijke schriftelijke specificatie van de uit te betalen vergoeding alles met inachtneming van de contractueel overeengekomen vergoedingsregeling vermeld in de artikelen 19.8 en 19.9 in de individuele franchiseovereenkomsten en de in die artikelen genoemde – en bij de individuele franchiseovereenkomsten behorende – bijlagen III en IV;

alles, voor wat betreft het gevorderde sub II hiervoor, onder oplegging van een dwangsom ad € 50.000,- te voldoen door gedaagden aan elke individudele eiser bij niet tijdig of geheel voldoen aan een in deze te geven bevel;

III. Financieel Verder te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder die voor het te dezer zake gelegde conservatoire beslag;

IV. voorwaardelijk, te weten voor het geval Financieel Verder binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis niet heeft voldaan aan veroordelingen tot betaling van geldsommen aan [eisers c.s.], Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling hoofdelijk, des de één betalende de ander zal zijn bevrijd, te veroordelen tot betaling van al hetgeen waartoe Financieel Verder aan [eisers c.s.] wordt veroordeeld.

3.2.[eisers c.s.] stelt dat sprake is een toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder doordat zij is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eisers c.s.] uit de franchiseovereenkomst. Optima Holding is volgens [eisers c.s.] aansprakelijk uit hoofde van een onrechtmatige daad. Aan Optima Holding valt als bestuurder een ernstig verwijt te maken. Zij heeft als bestuurder van Financieel Verder bewerkstelligd c.q. toegelaten dat Financieel Verder haar contractuele verplichtingen jegens franchisenemers met ingang van 1 april 2011 niet langer nakwam, terwijl Optima Holding wist dat Financieel Verder geen verhaal zou bieden voor de daaruit ontstane schade. Aegon Bank Bemiddeling treft als bestuurder van Financieel Verder een ernstig verwijt nu zij Financieel Verder in een sterfhuis heeft achtergelaten c.q. heeft overgedragen aan Optima Holding waarbij zij de gerechtvaardigde belangen van franchisenemers onaanvaardbaar heeft verwaarloosd. Aegon Nederland is als aandeelhouder aansprakelijk omdat zij wist dat door de overdracht van de aandelen de belangen van [eisers c.s.] zouden worden verwaarloosd en Optima Holding en Financieel Verder geen verhaal zouden bieden.

3.3.Financieel Verder en Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling voeren verweer dat strekt tot afwijzing van de vordering.

4De beoordeling

Toerekenbare tekortkoming Financieel Verder

4.1.[eisers c.s.] stelt dat Financieel Verder toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eisers c.s.] uit de franchiseovereenkomst en dat na ingebrekestelling verzuim is ingetreden, waarna [eisers c.s.] de franchiseovereenkomst heeft ontbonden. De tekortkoming betreft volgens [eisers c.s.] de volgende verplichtingen:

a. het aanleveren van het overeengekomen minimumaantal van 5 leads per week;

b. het ter beschikking stellen van het centrale-boeking/agendasysteem voor het plannen van afspraken;

c. de ondersteuning van de franchisenemers;

d. het programma van opleiding en bijscholing;

e. het bieden van een op de persoon gericht groeimodel en ontwikkelingspad;

f. het verzorgen van de algemene landelijke en regionale reclame, promotionele activiteiten en publiciteit;

g. het ter beschikking stellen van het Aegon productassortiment;

h. het ter beschikking stellen van Aegon hard- en software;

i. het ter beschikking stellen van de naam en het merk Aegon.

4.2.Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling betwisten dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Zij stellen dat door betaling van de tegemoetkoming van € 45,- per niet doorgegane afspraak er geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming. Financieel Verder en Optima Holding stellen dat aan alle franchisenemers een aanbod is gedaan, waaronder de optie om bij Financieel Verder te blijven, en dat er in dat kader een hoop geregeld moest worden. Mede daardoor lukte het Financieel Verder niet om alle afspraken aan [eisers c.s.] te leveren. [eisers c.s.] hebben Financieel Verder geen kans gegeven maar aangestuurd op beëindiging van de franchiseovereenkomst met als doel schadevergoeding te incasseren. [eiser sub 1] wilde zelf de franchiseovereenkomst tussentijds beëindigen. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hadden al een zelfstandige aanstelling bij Aegon. Bovendien moesten de franchisenemers zelf ook leads genereren. [eiser sub 3] heeft dat niet gedaan. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben ondermaats gepresteerd. Zij zijn zelf tekortgeschoten. Onder die omstandigheden kan [eisers c.s.] Financieel Verder geen verwijt maken. Hoewel Financieel Verder zelf vond dat zij niet tekortgeschoten was heeft zij zich bereid verklaard de contractuele beëindigingsvergoeding te betalen. Ten aanzien van [eiser sub 1] is daaraan de voorwaarde verbonden van inzage in zijn fysieke klantendossiers omdat er een vermoeden is van fraude, zo stellen Financieel Verder en Optima Holding.

4.3.De rechtbank oordeelt dat de franchiseformule geheel onlosmakelijk verbonden was met de organisatie, de naam en het merk van Aegon. Tot 1 januari 2011 presenteerde Financieel Verder zich immers als “De franchise organisatie van Aegon”, bemiddelden de franchisenemers uitsluitend in producten van Aegon, kwam de ondersteuning (organisatorisch en voor wat betreft het aanleveren van leads) vanuit Aegon Bank Bemiddeling (tevens bestuurder van Financieel Verder) en was Aegon Nederland aandeelhouder van Financieel Verder. Per 1 april 2011 werd alle betrokkenheid van Aegon bij Financieel Verder beëindigd, zoals ook vermeld in artikel 11.3 van de koopovereenkomst. Daardoor kon Financieel Verder haar verplichtingen jegens haar franchisenemers uit hoofde van de franchiseovereenkomsten niet meer nakomen: er was immers geen enkele verbondenheid meer met de organisatie, de naam en het merk Aegon, terwijl die verbondenheid juist een wezenlijk kenmerk was van de franchiseovereenkomst. Dit levert een toerekenbare tekortkoming op van Financieel Verder jegens haar franchisenemers. Dat de franchisenemers na 1 april 2011 ook in Aegon producten mochten bemiddelen, naast de producten van andere aanbieders dan Aegon, doet hieraan niet af.

4.4.

Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling hebben gesteld dat indien sprake is van een toerekenbare tekortkoming, [eisers c.s.] daarop geen beroep kan doen, enerzijds omdat Financieel Verder een tegemoetkoming van € 45,- per niet doorgegane afspraak heeft voldaan aan [eisers c.s.], anderzijds omdat [eisers c.s.] zelf (ook) niet aan zijn verplichting tot het genereren van leads heeft voldaan. De rechtbank overweegt als volgt. Hiervoor sub 4.3. is reeds geoordeeld dat de beëindiging van de betrokkenheid van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling reeds een toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder jegens [eisers c.s.] opleverde, nu daardoor per 1 april 2011 nakoming blijvend onmogelijk werd. Daaraan doet een eventuele (latere) tekortkoming aan de zijde van [eisers c.s.] niet af, noch kan de toerekenbare tekortkoming door Financieel Verder worden geëcarteerd door betaling van een tegemoetkoming.

Bij conclusie van dupliek hebben Financieel Verder en Optima Holding als productie 65 een overzicht in het geding gebracht van de bedragen die [eisers c.s.] hebben ontvangen als “vergoeding” voor niet betaalde leads. Onder 2.7. van dit vonnis zijn de daaruit volgende, door Financieel Verder aan [eisers c.s.] gedane betalingen als tegemoetkoming voor niet doorgegane afspraken vermeld. Hieruit blijkt dat met ingang van 1 april 2011 Financieel Verder structureel niet aan haar verplichting tot het leveren van leads heeft voldaan. Weliswaar bevat de franchiseovereenkomst de mogelijkheid om in de plaats van een niet doorgegane afspraak een bedrag per niet doorgegane afspraak te betalen, maar partijen duiden deze aan als tegemoetkoming (zie hiervoor sub 2.3., artikel 6.7. van het Handboek). Financieel Verder en Optima Holding stellen dat zij met het betalen van de tegemoetkoming aan hun verplichtingen hebben voldaan en dat [eisers c.s.] deze vergoeding kan gebruiken om zelf leads in te kopen. Niet valt in te zien waarom [eisers c.s.] daarmee zelf leads zou kunnen inkopen als Financieel Verder, danwel Optima Holding, daartoe kennelijk zelf ook niet in staat was. In dit kader wijst [eisers c.s.] er bovendien terecht op dat hij provisie derft die door deze tegemoetkoming niet wordt gedekt (betaling van een tegemoetkoming brengt op zichzelf immers geen mogelijkheid tot het genereren van provisie mee) en de verplichting tot het leveren van leads kan daarom ook niet geheel worden vervangen door het betalen van een tegemoetkoming.

Voor zover Financieel Verder en Optima Holding hebben gesteld dat er na 1 juli 2011 wel weer (niet Aegon) leads geleverd werden merkt de rechtbank op dat deze stelling niet voldoende is onderbouwd en bovendien ook in strijd is met de door Financieel Verder en Optima Holding overgelegde productie 65 waaruit blijkt dat als tegemoetkoming aan [eiser sub 1] tot en met oktober 2011 telkens € 900,- per maand is betaald, aan [eiser sub 2] tot en met augustus 2011 telkens € 900,- betaald en aan [eiser sub 3] in juli 2011 nog € 670,-. Daaruit volgt dat Financieel Verder structureel en ook na 1 juli 2011 niet aan haar verplichtingen tot het verstrekken van leads (van welke herkomst dan ook) voldeed. De stelling dat [eisers c.s.] toekomstmogelijkheden elders heeft verkend, doet niets af aan de verplichting van Financieel Verder tot het verstrekken van leads aan [eisers c.s.] Dit heeft immers niet tot overeenstemming over een eerdere beëindiging (dan de buitengerechtelijke ontbinding) van de franchiseovereenkomst met Financieel Verder geleid. Dat Financieel Verder voor 1 april 2011 ook al wel moeite had om aan de verplichting tot het leveren van leads te voldoen en wel eens een tegemoetkoming uitkeerde voor niet doorgegane afspraken brengt evenmin mee dat het Financieel Verder per 1 april 2011 vrijstond om gedurende maanden slechts een tegemoetkoming te betalen aan franchisenemers en geen leads meer te leveren.

4.5.[eisers c.s.] betwist toepasselijkheid van het Handboek versie 11 maart 2010. Uit productie 8a, de brief van [eiser sub 3] d.d. 2 mei 2011, blijkt dat [eiser sub 3] uitgaat van 5 leads per week. In de dagvaarding (bladzijde 14) neemt [eisers c.s.] 5 leads per week als uitgangpunt. Ook Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling gaan uit van een verplichting van Financieel Verder tot het leveren van 5 leads per week. Dit komt overeen met het aantal dat is genoemd in het Handboek versie 11 maart 2010, waarin een aantal van 5 leads per week is genoemd en een tegemoetkoming van € 45,- per niet doorgegane afspraak. De kosten voor de 5 afspraken per week zijn verdisconteerd in de franchisefee die [eisers c.s.] aan Financieel Verder verschuldigd is gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst. De rechtbank zal daarom in het vervolg uitgaan van toepasselijkheid van het Handboek versie 11 maart 2010.

4.6.De sub 4.3. genoemde tekortkoming rechtvaardigt de ontbinding van de franchiseovereenkomst. De verplichting tot het leveren van leads is sub 4.4. en 4.5. besproken. De overige sub 4.1. onder b tot en met f gestelde tekortkomingen behoeven geen bespreking. De rechtbank zal hierna uitgaan van de door [eisers c.s.] gestelde data van ontbinding van de franchiseovereenkomst (zie ook hierboven sub 2.8).

4.7.Voor wat betreft de schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming overweegt de rechtbank het volgende.

a. De post gederfde provisie tot ontbinding en na ontbinding tot de overeengekomen einddatum heeft [eisers c.s.] berekend op basis van de in het verleden behaalde provisie. Door Financieel Verder, Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling zijn andere bedragen genoemd ter zake van de in het verleden door [eisers c.s.] behaalde provisies en Financieel Verder en Optima Holding hebben diverse omstandigheden genoemd, zoals ook hierna onder 4.16. vermeld, die van invloed zijn op de omvang van deze schadeposten. Daarbij rijst de vraag welk bedrag aan provisie bij onverkorte nakoming verschuldigd zou zijn geweest en hoe die omstandigheden (bijvoorbeeld de mogelijkheid van Financieel Verder om de franchiseovereenkomsten te beëindigen bij minder dan 20 franchisenemers: wanneer was dat moment en waar blijkt dat uit) dienen te worden verdisconteerd. Ten aanzien van het beroep op de schadebeperkingsplicht (conclusie van dupliek van Financieel Verder en Optima Holding onder de punten 126 tot en met 129) ontbreekt een reactie van [eisers c.s.] en hebben Financieel Verder en Optima Holding niet gesteld en onderbouwd tot welk bedrag [eisers c.s.] daarmee zijn schade zou hebben kunnen beperken.

b. Voor wat betreft de post ten onrechte betaalde franchisefee vanaf 1 april 2011 (naar de rechtbank begrijpt tot de datum van ontbinding van de respectieve franchiseovereenkomsten) ontbreekt de grondslag voor deze vordering. De verplichting tot betaling van de franchisefee door franchisenemers eindigt pas per de datum van ontbinding van de respectieve franchiseovereenkomsten (daar tegenover staat de provisie tot de datum van ontbinding van de franchiseovereenkomst). Vanaf de datum van ontbinding van de franchiseovereenkomst moet met de franchisefee en de provisies eveneens rekening worden gehouden voor de berekening van de schade bij onverkorte nakoming.

c. De post ten onrechte ingehouden provisies: door Financieel Verder en Optima Holding wordt betwist dat er bedragen zijn ingehouden, behoudens van de rekening-courant van [eiser sub 1] een bedrag van € 3.711,69. [eisers c.s.] stelt bij dagvaarding dat het hierbij gaat om ten onrechte vanaf 1 april 2011 ingehouden provisies (de rechtbank begrijpt “met de franchisefee verrekende provisies”) nu Financieel Verder aan de verplichting tot algemene ondersteuning van de bedrijfsvoering, marketing en opleiding van de franchiseformule geen enkele invulling heeft gegeven. Deze post is een dubbeltelling van de teruggevorderde, doch verschuldigde franchisefee bij onverkorte nakoming.

d. Ten aanzien van de post uitbetaling en eindafrekening waardes overgedragen portefeuilles heeft de rechtbank nu onvoldoende aanknopingspunten om een waarde te kunnen vaststellen. De rechtbank wenst geïnformeerd te worden op welke wijze het inmiddels uitgekeerde bedrag ter zake van de contractuele beëindigingsvergoeding hierin dient te worden betrokken en welk bedrag dan volgens [eisers c.s.] resteert op grond waarvan. Van Financieel Verder en Optima wenst de rechtbank te vernemen op grond waarvan (welke bepaling en hoe) zij de waarde van de portefeuille (producties 1, 2 en 4 bij conclusie van antwoord) hebben berekend.

4.8.

De rechtbank heeft er nota van genomen dat in het door [eiser sub 1] gevorderde bedrag reeds een vergoeding voor de waarde van de portefeuille is opgenomen en dat hij deze niet tweemaal (ook onder II) kan vorderen.

De schade kan thans niet worden vastgesteld. Een mogelijkheid is dat de rechtbank de schade schat, al dan niet na voorlichting door een deskundige. Het spreekt voor zich dat partijen ook de mogelijkheid hebben om na dit vonnis met elkaar in overleg te treden over de schade.

Aan [eisers c.s.] en Financieel Verder zal de gelegenheid worden geboden zich bij akte nader uit te laten over de hoogte van de schade ten gevolge van de toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder, meer in het bijzonder over de hiervoor in 4.7. onder a en d overwogen aspecten; voorts dienen zij zich uit te laten over de door hen voorgestane wijze van voortprocederen.

Onrechtmatige daad Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding

4.9.Deze vorderingen zijn voorwaardelijk ingesteld en wel voor het geval blijkt dat Financieel Verder geen verhaal biedt. Gelet daarop dient de rechtbank te beoordelen of (voor het geval te zijner tijd de voorwaarde vervuld mocht blijken te zijn) er reeds nu grond bestaat om Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding krachtens de gestelde onrechtmatige daad aansprakelijk te achten voor de gevorderde schade.

4.10.[eisers c.s.] stelt dat er ten tijde van de overdracht van de aandelen in Financieel Verder van Aegon Nederland aan Optima Holding 26 franchisenemers actief waren en dat vrijwel direct na de overdracht van de aandelen Optima Holding is begonnen met het ontmantelen van Financieel Verder. Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding hebben actief bevorderd dat Financieel Verder haar verplichtingen jegens haar franchisenemers niet meer is nagekomen, dat er geen invulling meer is gegeven aan de Financieel Verder franchiseformule en dat daartoe ook in het geheel geen voornemen bestond. Dit heeft ertoe geleid dat er binnen een maand na 1 april 2011 al 10 franchisenemers waren afgehaakt en dat er per 1 juli 2011 22 van de 26 franchisenemers voortijdig hun overeenkomst met Financieel Verder hebben beëindigd, zodat er toen nog slechts 4 franchisenemers over waren ([eisers c.s.] en [A]). [eisers c.s.] stelt dat Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling onvoldoende hebben gewaakt over de nakoming van de verplichtingen van Financieel Verder na 1 april 2011 en dat zij onvoldoende maatregelen hebben getroffen om die nakoming voldoende financieel zeker te stellen. Het was bij Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling bekend dat Financieel Verder zonder steun van Aegon niet kon nakomen. Het heeft er alle schijn van dat – kort gezegd – sprake is van een opzetje zodat Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling financieel gunstig en zonder imagoschade van Financieel Verder af konden. [eisers c.s.] stelt in een sterfhuis te zijn achtergelaten zonder enige zekerheid van schadeloosstelling. Optima en Financieel Verder zijn thans onderdeel van de Klaas Dekker-groep, welk concern in ernstige financiële problemen verkeerde, waarvan Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling ten tijde van de overdracht van de aandelen op de hoogte waren, althans behoorden te zijn. De kans van verhaal op Financieel Verder en Optima Holding is gezien het voorgaande vrijwel nihil, aldus – telkens – [eisers c.s.]

4.11.[eisers c.s.] stelt voorts dat aan Optima Holding als aandeelhouder en bestuurder van Financieel Verder een ernstig persoonlijk verwijt valt te maken. Zij bepaalde als enig aandeelhouder en bestuurder het beleid van Financieel Verder. Zij heeft niet ingegrepen maar bewerkstelligd dat Financieel Verder wanprestatie pleegde jegens haar franchisenemers, met voorzienbare schade voor [eisers c.s.] tot gevolg. Daarbij heeft zij de belangen van de contractspartners van Financieel Verder onaanvaardbaar verwaarloosd en de wanprestatie en de schade op de koop toegenomen, aldus [eisers c.s.]

Verweer Optima Holding

4.12.Optima Holding stelt zich tot het uiterste te hebben ingespannen om Financieel Verder in staat te stellen aan haar verplichtingen te voldoen. Zij heeft haar eigen klanten ter beschikking gesteld en redelijke alternatieven voorgehouden die door de andere 21 franchisenemers wel zijn omarmd. Haar treft geen persoonlijk ernstig verwijt. Betwist wordt dat Optima Holding ten onrechte een bedrag dat aan franchisenemers toekwam in eigen zak heeft gestoken.

Verweer Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling

4.13.Het geschil betreft de contractuele relatie tussen [eisers c.s.] en Financieel Verder. De vermeende tekortkomingen en het onrechtmatig handelen hebben plaatsgevonden nadat Aegon Bank Bemiddeling was afgetreden als bestuurder en de aandelen in Financieel Verder waren verkocht aan Optima Holding. Zij betwisten dat Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling onrechtmatig hebben gehandeld. Aegon Nederland heeft de belangen van de franchisenemers voldoende gewaarborgd. In de koopovereenkomst zijn daarvoor regelingen neergelegd (zie hiervoor onder 2.4.). [eisers c.s.] heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van bijzondere omstandigheden op grond waarvan een zorgplicht moet worden aangenomen van Aegon Nederland en dat deze is geschonden. Ook voor het ernstig persoonlijk verwijt dat Aegon Bank Bemiddeling te maken zou zijn heeft [eisers c.s.] onvoldoende gesteld en dit verwijt is niet voldoende onderbouwd.

4.14.De rechtbank stelt voorop dat het een aandeelhouder vrijstaat om aandelen over te dragen. De aansprakelijkheid waarop [eisers c.s.] blijkens zijn stellingen doelt lijkt voort te vloeien uit hetgeen is bepaald in artikel 11.3 van de koopovereenkomst, namelijk de beëindiging van alle rechten en plichten van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling per 1 april 2011, de datum van levering van de aandelen, waardoor Optima Holding zelfstandig vervangende overeenkomsten diende te sluiten. Daarmee werd het voor Financieel Verder zonder enige betrokkenheid van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling immers onmogelijk om aan haar verplichtingen jegens franchisenemers te voldoen, zoals hiervoor reeds overwogen sub 4.1., gevolgd door het geen, dan wel onvoldoende invulling geven aan de Financieel Verder franchiseformule. [eisers c.s.] stelt in dit verband dat sprake is geweest van een ontmanteling van Financieel Verder na 1 april 2011, hetgeen ook juist is wanneer in aanmerking wordt genomen dat er binnen een maand na 1 april 2011 al 10 franchisenemers waren afgehaakt en dat er per 1 juli 2011 nog maar 4 franchisenemers over waren en aan de leadsverplichting niet, dan wel onvoldoende werd voldaan (ook al zou dat zijn omdat Optima Holding, zoals zij zelf stelt, nog van alles moest regelen).

4.15.In HR 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069 (Vleesmeesters/Alog) heeft de Hoge Raad overwogen dat indien de belangen van een derde zo nauw betrokken zijn bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in de uitvoering van die overeenkomst tekortschiet, de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt kunnen meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door deze belangen te laten bepalen, waarbij de rechter de ter zake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling zal dienen te betrekken, zoals de hoedanigheid van alle betrokken partijen, de aard en de strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij zijn betrokken, de vraag of deze betrokkenheid voor de contractant kenbaar was, de vraag of de derde erop mocht vertrouwen dat zijn belangen zouden worden ontzien, de vraag in hoeverre voor de contractant bezwaarlijk was met de belangen rekening te houden, de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt en de vraag of van hem kon worden gevergd dat hij zich daartegen had ingedekt, alsmede de redelijkheid van een eventueel aan de derde aangeboden schadeloosstelling.

4.16.Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling, Optima Holding en Financieel Verder hebben gesteld dat Financieel Verder (en Aegon Bank Bemiddeling van wie Financieel Verder de leads ontving) reeds voor 1 april 2011 moeite had om aan haar leadsverplichting te voldoen. Sedert de woekerpolisaffaire in 2008 was de markt voor levenproducten ingezakt. De rol van de tussenpersoon zou bovendien worden gewijzigd door het destijds naderende provisieverbod (zoals ingevoerd per 1 januari 2013). Het aantal franchisenemers was volgens Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling per 1 april 2011 slechts 21 ([eisers c.s.], stelt dat het er 26 waren per 1 april 2011 en per 1 juli 2011 nog 4) terwijl op grond van artikel 18.3 van de franchiseovereenkomst het recht bestond de franchiseovereenkomst te beëindigen met een opzegtermijn van zes maanden indien het aantal franchisenemers minder dan twintig was. Aegon Nederland heeft in de koopovereenkomst ook alternatieven bedongen die aan de franchisenemers zouden worden voorgelegd teneinde hen van toekomstmogelijkheden te verzekeren (artikel 11.1 koopovereenkomst), die door de andere franchisenemers wel zijn omarmd. Voorts heeft Aegon Nederland voor financiële middelen gezorgd (sub G en artikel 4.1 koopovereenkomst) en Optima Holding verplicht voor de voorheen door Aegon Bank Bemiddeling aan Financieel Verder geleverde diensten vervangende overeenkomsten te sluiten (artikel 11.1 koopovereenkomst). Het dreigende nadeel vloeit vooral voort uit de gewijzigde marktomstandigheden, die haar noopten tot ingrijpen, aldus Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling, Optima Holding en Financieel Verder. Deze omstandigheden zijn door [eisers c.s.] niet betwist.

4.17.

Nu de franchiseovereenkomsten mochten worden beëindigd indien het aantal franchisenemers minder dan twintig bedroeg en per 1 april 2011 deze ondergrens al erg dicht was genaderd, heeft Aegon Nederland zich de belangen van de franchisenemers, waaronder [eisers c.s.], gelet op bovenvermelde onbetwist gebleven omstandigheden, voldoende aangetrokken. Derhalve is geen sprake van een onrechtmatige daad van Aegon Nederland. Dezelfde afweging geldt ook voor de aansprakelijkheid van Optima Holding als aandeelhouder.

Voor wat betreft de bestuurdersaansprakelijkheid van Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding is de vraag welk persoonlijk verwijt hen kan worden gemaakt. Voor zover [eisers c.s.] aan Aegon Bank Bemiddeling verwijt dat zij heeft meegewerkt aan de koopovereenkomst gaat dat verwijt niet op omdat de beëindiging van de betrokkenheid van Aegon Bank Bemiddeling en dus de niet-nakoming per 1 april 2011 besloten ligt in de overdracht van de aandelen van Aegon Nederland aan Optima Holding welke gelet op de omstandigheden van het geval, geen onrechtmatige daad oplevert. Daarvan valt Aegon Bank Bemiddeling als bestuurder geen verwijt te maken. Naar de rechtbank de stellingen van [eisers c.s.] verstaat, is ook zijn aan Optima Holding gemaakte verwijt van bestuurdersaansprakelijkheid gericht op de gevolgen van de koopovereenkomst, aldus dat Optima Holding die overeenkomst onder de in geding zijnde omstandigheden niet had mogen aangaan, waarbij geldt dat ook zij het opzet van de vorenomschreven sterfhuisconstructie heeft gehad. Waar geoordeeld is dat de aandelenoverdracht van Aegon Nederland aan Optima Holding niet onrechtmatig was en dat Aegon Bank Bemiddeling als toenmalig bestuurder daarvan geen verwijt kan worden gemaakt, geldt dat tenminste in gelijke mate voor Optima Holding als degene die bij gelegenheid van de aandelentransactie de opvolgende bestuurder werd. Voor zover [eisers c.s.] voorts heeft beoogd te stellen dat Optima Holding als bestuurder aansprakelijk is op grond van de wijze waarop zij sedert haar aantreden als bestuurder heeft gehandeld, is die stelling niet voldoende onderbouwd. [eisers c.s.] heeft immers niet voldoende gesteld wat Optima Holding had kunnen en moeten doen, maar niet gedaan heeft. Dat de overige franchisenemers hun franchiseovereenkomst met Financieel Verder hebben beëindigd is een gevolg van de in de koopovereenkomst overeengekomen voorzieningen ten behoeve van de franchisenemers. Dat Optima Holding als bestuurder van Financieel Verder aan de franchisenemers van Financieel Verder alternatieven heeft voorgelegd kan aan Optima Holding niet worden verweten, evenmin als het feit dat de overige franchisenemers voor een toekomst elders hebben gekozen. Voor zover [eisers c.s.] heeft gesteld dat niet duidelijk is of de € 1,5 miljoen die Aegon Nederland aan Financieel Verder ter beschikking stelde, daadwerkelijk (tot dat bedrag) door Financieel Verder is geïnd, faalt ook die stelling (als onderbouwing van het beroep op bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding) nu onweersproken is gesteld dat die som op 1 april 2011 onder de instrumenterende notaris is gestort met de (nadien niet herroepen, doch telkens uitgevoerde) instructie die som in 18 gelijke maandtermijnen aan Financieel Verder uit te keren. Voorts brengt ook de enkele, met jaarstukken onderbouwde, stelling dat Optima Holding ruim € 2 miljoen in rekening courant heeft geleend van Financieel Verder op zichzelf geen bestuurdersaansprakelijkheid van Optima Holding met zich mee, ook niet in combinatie met de staking van de bedrijfsactiviteiten omdat er geen franchisenemers meer waren.

4.18.De slotsom die uit het voorgaande volgt, is dat ook indien te zijner tijd mocht blijken dat Financieel Verder geen verhaal biedt voor de schadevergoeding waartoe zij zal worden veroordeeld, er geen grond bestaat om Optima Holding, Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling te veroordelen tot hetgeen jegens hen is gevorderd.

4.19.De vordering van [eisers c.s.] tegen Aegon Nederland, Aegon Bank Bemiddeling en Optima Holding zal worden afgewezen. [eisers c.s.] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld. Deze kosten worden voor Aegon Nederland en Aegon Bank bemiddeling begroot op € 3.621,00 griffierecht en € 7.740,00 aan salaris (3 punten à € 2.580,00), tezamen € 11.361,00. De gevorderde hoofdelijke veroordeling in de proceskosten zal worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen op de hierna bepaalde wijze. De kosten van Optima Holding en Financieel Verder worden tot op heden begroot op € 3.621,00 griffierecht en € 7.740,00 aan salaris, tezamen € 11.361,00. Nu Optima Holding en Financieel Verder tezamen hebben geprocedeerd en stelling hebben genomen wordt de helft van de proceskosten, een bedrag groot € 5.680,50 toegewezen. De door Optima Holding gevorderde nakosten zullen worden begroot en toegewezen op de hierna te bepalen wijze.

4.20.In afwachting van het verdere verloop van de schadekwestie tussen [eisers c.s.] en Financieel Verder zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5De beslissing

De rechtbank

5.1.wijst de vordering tegen Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling af,

5.2.veroordeelt [eisers c.s.] hoofdelijk in de proceskosten van Aegon Nederland en Aegon Bank Bemiddeling groot € 11.361,00, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.3.wijst de vordering tegen Optima Holding af,

5.4.veroordeelt [eisers c.s.] in de proceskosten van Optima Holding groot € 5.680,50;

5.5.veroordeelt [eisers c.s.], onder de voorwaarde dat hij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Optima Holding volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
– € 131,00 aan salaris advocaat,
– te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,

5.6.verklaart hetgeen hiervoor onder 5.2, 5.4 en 5.5. is beslist uitvoerbaar bij voorraad,

5.7.verwijst de zaak naar de rolzitting van 15 april 2015 voor het nemen van een akte door [eisers c.s.] en Financieel Verder waarbij zij zich nader dienen uit te laten over de hoogte van de schade ten gevolge van toerekenbare tekortkoming van Financieel Verder als bedoeld onder 4.7. onder a en d en over de wijze van voortprocederen, vervolgens zullen die partijen daarna bij antwoordakte op elkanders akte mogen reageren;

5.8.houdt iedere verdere beslissing aan.

Dit vonnis is gewezen door , mr. R.A. Steenbergen, mr. N.V.M. Gehlen en mr. S.H. Gaertman en in het openbaar uitgesproken op 18 maart 2015.1

1type: SG 4371coll:

ECLI:NL:RBMNE:2015:1613

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op