EDM

EDM

1.        Het aftrek pro rata dat op het bedrag van de reeds betaalde BTW moet worden toegepast, moet overeenkomstig artikel 19 van deze richtlijn worden berekend, indien de belastingplichtige goederen en/of diensten waarover hij reeds belasting heeft betaald, zowel gebruikt voor handelingen waarvoor recht op aftrek bestaat als voor handelingen waarvoor geen recht op aftrek bestaat, terwijl de handelingen die niet binnen de werkingssfeer van de Zesde richtlijn vallen, en dus geen recht op aftrek geven, van de prorataberekening van de aftrek moeten worden uitgesloten.

Dienaangaande vormen activiteiten bestaande in de gewone verkoop van aandelen en andere verhandelbare waardepapieren, zoals deelnemingen in investeringsfondsen, geen economische activiteit.

Voorts vormen beleggingen in investeringsfondsen geen dienstverrichtingen „onder bezwarende titel”.

Het bedrag van de omzet uit deze handelingen moet bijgevolg worden uitgesloten van de bedoelde berekening van het pro rata voor de toepassing van de aftrek.

Het jaarlijks verstrekken van leningen tegen vergoeding door een holding aan vennootschappen waarin zij een deelneming bezit, alsmede haar beleggingen in bankdeposito’s of waardepapieren, zoals schatkistpapier en depositocertificaten, vormen daarentegen economische activiteiten die worden verricht door een belastingplichtige.

Aangezien de genoemde handelingen zijn vrijgesteld, moet de desbetreffende omzet bij de berekening van het pro rata voor de toepassing van de aftrek buiten beschouwing worden gelaten. In dat verband moeten deze handelingen als dusdanig worden aangemerkt wanneer zij slechts een zeer beperkt gebruik impliceren van goederen of diensten waarvoor BTW verschuldigd is; ofschoon de omvang van de opbrengsten uit financiële handelingen, erop kan wijzen dat deze handelingen niet kunnen worden aangemerkt als bijkomstig in de zin van genoemd artikel, kan de omstandigheid dat meer inkomsten uit dergelijke handelingen worden gehaald dan uit de activiteit die de betrokken onderneming als hoofdactiviteit aanmerkt, die handelingen als zodanig niet uitsluiten van de kwalificatie „bijkomstige handelingen”.

Het staat aan de verwijzende rechter om vast te stellen of handelingen slechts een zeer beperkt gebruik impliceren van goederen of diensten waarvoor BTW verschuldigd is, en in voorkomend geval, deze handelingen uit te sluiten van de berekening van het pro rata voor de toepassing van de aftrek.

2.        Werkzaamheden die door de deelnemers aan een consortium overeenkomstig de bepalingen van een consortiumovereenkomst worden verricht en die overeenstemmen met het in die overeenkomst aan elk van hen toegewezen aandeel, vormen geen levering van goederen of diensten „onder bezwarende titel”, en bijgevolg ook niet een belastbare handeling. Dat deze werkzaamheden worden verricht door de consortiumdeelnemer die het consortium beheert, is dienaangaande irrelevant.

Wanneer de overschrijding van het bij die overeenkomst vastgestelde aandeel van de werkzaamheden door een consortiumdeelnemer er daarentegen toe leidt dat de andere leden van het consortium hem de tegenwaarde moeten betalen van de werkzaamheden die dit aandeel overschrijden, vormen deze werkzaamheden een levering van goederen of diensten „onder bezwarende titel” in de zin van genoemde bepaling.

Bron: Hof van Justitie EG, EDM, 29 april 2004, C-77/01

Auteur: de Redactie

Een team van BTW-deskundigen is continue bezig met jou te informeren over alles wat met BTW of omzetbelasting te maken heeft, zoals nieuwsberichten over BTW, wijzigingen van wetgeving, wijziging van BTW-tarieven en veel meer informatie over BTW.

Deel deze post op

Geef een reactie